ANTWOORD WETHOUDER MOORMAN OP ADVIES PARTICIPATIERAAD OVER ARMOEDE – EN SCHULDENBELEID

Gemeente Amsterdam

Bezoekadres

Amstel

ion PN Amsterdam

Postbus 202 woo AE Amsterdam Telefoon 14 020 amsterdam.n1

Retouradres: Postbus 202, woo AE Amsterdam

 

Aan de Participatieraad Weesperstraat 113 io18VN Amsterdam

Datum 18 november 2019

R van Deursen

Reactie op uw adviezen op de Amsterdamse Agenda armoede en schulden 2019-2022

 

 

Geachte Participatieraad,

Graag reageer ik op uw adviezen die u geeft op Amsterdamse Agenda armoede en schulden 2019-2022.

lk ben verheugd dat uw visie voor een groot deel overeenkomt met de visie van het college wat betreft armoede en schuldenproblematiek. In een rechtvaardige stad heeft iedereen dezelfde kansen, onafhankelijk van de buurt waarin je woont of de school waar je naar toe gaat. leder kind verdient de kans om zich — los van zijn of haar achtergrond —te ontwikkelen tot wie zij of hij kan of wil zijn. De bestrijding van armoede en problematische schulden zijn voor ons een topprioriteit omdat opgroeien en leven in armoede of onder voortdurende geldzorgen, je zicht op kansen, je perspectief op een beter leven, in de weg staan en zo de kansenongelijkheid vergroten. De komende jaren mensen weer perspectief geven. Zicht op een beter leven. Daarbij is zoals u ook aangeeft het welzijn van mensen minstens zo belangrijk als hun welvaart.

Het thema bestaanszekerheid krijgt met dit kader een prominentere rol in het sociaal domein. Want rust rond de bestaanszekerheden (inkomenszekerheid, schuldenvrij) is een belangrijke randvoorwaarde om bijvoorbeeld te werken aan taal en scholing. We pakken, zoal u ook aangeeft, de problemen in samenhang aan; want armoede en schulden komen zelden alleen. Het doel van het armoedebeleid is om méér Amsterdammers uit de armoede en schulden te krijgen om zo de kansen voor deze Amsterdammers te vergroten.

Werk is de belangrijkste weg uit de armoede maar zien we helaas dat werk steeds vaker geen garantie vormt om duurzaam uit de armoede te blijven. Door bijvoorbeeld de toenemende

flexibilisering van de arbeidsmarkt zien we steeds vaker dat ook werkenden worstelen met rondkomen.

Voordat ik een reactie geef op uw adviezen, geef ik graag een reactie op uw geuite zorgen om de uitbesteding van eventuele schuldsanering aan particuliere bedrijven. Er is hier naar uw inzicht sprake van een disproportioneel verdienmodel. Hoe langer cliënten verbonden zijn aan een dergelijk bedrijf, hoe meer dat bedrijf aan de cliënt verdient. Verder signaleert u dat veel mensen met GGZ-problematiek zich bij dit soort bedrijven veelal slecht gehoord voelen. Dit komt doordat bedrijven veelal werken met verschillende werknemers die geen empathie hebben met deze Amsterdammers.

Voor alle Amsterdammers die zich bij een maatschappelijke dienstverlening hebben aangemeld voor hun schulden, loopt het minnelijke saneringstraject altijd via de kredietbank Amsterdam. Deze betaalt de schuldeisers ook uit en de klant heeft een krediet dan lopen bij de Kredietbank Amsterdam. De kredietbank Amsterdam is geen particuliere partij, maar een gemeentelijke organisatie. Hier is uiteraard geen sprake van een verdiennnodel. De gemeente adviseert daarom ook alle Amsterdammers, ook met een GGD achtergrond, om zich bij de maatschappelijke dienstverlener te melden die actief is in zijn/haar leefgebied. Deze heeft namelijk afspraken gemaakt met de gemeente Amsterdam.

In de volgende paragraaf reageer ik graag op uw adviezen. U geeft uw adviezen op basis van de 6 uitgangspunten uit de Amsterdamse agenda armoede en schulden 2019-2022. ik beantwoord uw adviezen volgens de indeling van deze agenda.

Als laatste reageer ik nog op uw ongevraagd advies over een toeslag energiekosten.

Reactie op uw adviezen

Adviezen bij Hoofdstuk 2 Perspectief op een betere toekomst.

  1. De Participatieraad constateert een veelvuldig gebruik van Engelse woorden in het Beleidskader, zoals Self efficacy (pagina 5), Urban Family School (pagina 6), mobility mentoring (pagina ao). De raad ziet graag Nederlandse woorden hiervoor.

ik vind het belangrijk dat de Amsterdamse agenda armoede en schulden door alle Amsterdammers gelezen kan worden. We hebben geprobeerd om de Engelse termen te beperken, maar voor sommige Engelse termen bestaan helaas nog geen goede Nederlandse vertalingen. Ik zal erop letten dat we het gebruik van Engels termen zoveel mogelijk beperken.

  1. De Raad adviseert de gemeente op het gebied van Goed Werkgeverschap het goede voorbeeld te geven en flexwerkers een volwaardig arbeidscontract te geven, met een volwaardig loon

De gemeente deelt dit standpunt en wil zo veel mogelijk werk door interne medewerkers laten doen. Ook vinden we het van groot belang dat we voor de mensen die als uitzendkracht voor ons werken een goed werkgever zijn. Hier wordt nu al op gestuurd. Eind 2019 zal het college een plan van aanpak naar de raad sturen om het percentage externe medewerkers verder te laten dalen.

 

Personeelszaken

  1. Het grootste deel van de ruim 800 mensen met een garantiebaan of een baan in beschut werk krijgt een contract van minder dan 30 uur. Hier valt op de lange duur niet van rond te komen. Hier zou een vol maandloon dienen te komen. De gemeente heeft niet altijd in de hand hoeveel uur iemand krijgt bij een sociale firma, maar er wordt een uitkering bespaard en de gemeente krijgt middelen om een loonkostensubsidie op basis van voltijdcontract te verlenen. De Raad adviseert de daaruit vrijkomende gelden in te zetten om het karige loon aan te vullen en zo toekomstige hoge maatschappelijk kosten te voorkomen.

Het beleid van Amsterdam is om aan te sluiten bij de mogelijkheden van mensen. In de praktijk blijkt dat een groot deel van de mensen niet in staat is om voltijds te werken. De Participatiewet staat gemeenten niet toe het inkomen van deze groep aan te vullen conform het voorstel van uw raad. Wel bestaat voor mensen die vanwege een medische urenbeperking niet volledig kunnen werken een vrijlatingsregeling. En in de voorstellen in het kader van het Brede offensief om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen, wordt nog een vrijlatingsregeling uitgewerkt voor deze doelgroep.

  1. Mensen in een garantiebaan, en vooral mensen in beschut werk zijn, vanwege hun beperking, extra kwetsbaar en krijgen deze banen omdat ze extra hulp of bescherming nodig hebben. Echter de enige zekerheid die deze Amsterdammers hebben is dat ze na 23 maanden weer op straat gezet worden. De gemeente zou op zijn minst een sociaal ontwikkelbedrijf in stand moeten houden, waar deze werknemers op terug kunnen vallen bij ontslag. Ook hiermee kunnen hoge maatschappelijk kosten voorkomen worden.
  2. Maar ook voor werkgevers zorgen leerstages en werkervaringsplaatsen voor inzicht. Zij kunnen op deze manier kennis maken met potentiele werknemers die veelal op basis van de gevraagde vacaturevereisten niet in aanmerking zouden komen voor een baan binnen het bedrijf. Wat betreft de opmerking over Goed Werkgeverschap op pagina 6 van het Beleidskader benadrukt de Participatieraad dat het tegen onbetaalde arbeid is en daarom niet kan instemmen met onbetaalde leerstages, werkervaringsplaatsen, arbeidsfit-trajecten enz. enz. Werken moet lonen en wel voor een fatsoenlijk salaris dat minimaal op het niveau van het minimummaandloon ligt.

Antwoord op vraag 4 en 5:

Veel van de mensen met een bijstandsuitkering hebben een grote afstand tot de arbeidsmarkt, waardoor directe plaatsing op een vacature niet haalbaar is. Onbetaalde leerstages en werkervaringsplaatsen zijn belangrijke re-integratie instrumenten om de stap naar betaald werk te maken. Hierdoor krijgen de mensen een beeld van de werkzaamheden die gevraagd worden en kunnen zij ontdekken waar hun talenten op de werkvloer liggen. Dit helpt ze in de zoektocht naar werk dat voor hen passend is.

Maar ook voor werkgevers zorgen leerstages en werkervaringsplaatsen voor inzicht in wat iemand kan. Zij kunnen op deze manier kennis maken met potentiele werknemers die veelal op basis van de vacaturevereisten niet in aanmerking zouden komen voor een baan binnen het bedrijf.

  1. De Participatieraad vindt de zogeheten zachte landing van de armedeval en het laten

doorlopen en aansluiten van de minimaregelingen zeer positief. Zeker handhaven.

Geen opmerkingen.

 

Adviezen bij Hoofdstuk 3 Kansen voor kinderen en jongeren

  1. Wij pleiten voor een zekere flexibiliteit zitten in de minimaregelingen. Bijvoorbeeld de kledingbon zou mogelijk mogen zijn om op een andere datum, als het ouders door omstandigheden beter uitkomt. Is het mogelijk dat de klant de winkel kiest in plaats van de gemeente?

Dit wordt mogelijk vanaf het moment dat de kledingbon digitaal wordt gekoppeld aan de stadspas. Het tegoed kan dan bij verschillende winkels waarmee de gemeente afspraken heeft gemaakt, worden besteed. Ook wordt de keuze uitgebreider dan deze nu is. Het tegoed staat vanaf een bepaald moment op de pas en kan dan binnen een jaar worden besteed.

Adviezen bij Hoofdstuk 4 Preventie van armoede en schulden en Hoofdstuks. Amsterdam vrij van problematische schulden.

  1. De schuldhulp/schuldsanering dient volledig in handen te komen en uitgevoerd worden door de gemeente. Dit geeft bij een goede invulling hiervan waarborg voor een goede schuldafwikkeling.

In Amsterdam hebben we gekozen voor een andere werkwijze, waarbij de Madi’s de schuldhulpverlening uitvoeren in opdracht van de gemeente samen met de Kredietbank Amsterdam die onderdeel is van de gemeente. De Madi’s bieden ook andere vormen van hulp- en dienstverlening aan waardoor zij cliënten integraal kunnen bedienen.

  1. Het vakantiegeld zou niet gebruikt mogen voor schuldsanering. Zie hiervoor het door de Participatieraad Amsterdam aangeboden Zwartboek Vakantiegeld van september 2016. Bij minnelijke trajecten die lopen via de kredietbank wordt het vakantiegeld niet gebruikt voor de aflossing van schulden. Bij wettelijke trajecten wordt er een berekening gemaakt door de WSNP-bewindvoerder en gekeken of het vakantiegeld al dan niet (deels) wordt ingezet voor de aflossing van schulden.
  2. Schulden aan de gemeente of schulden die ontstaan zijn doorverkeerd toegewezen toeslagen e.d. dienen zeker niet via het CJIB (Centraal Justitieel Incasso Bureau) te worden geïnd. Hiertoe dient de oorspronkelijke schuld door de gemeente worden overgenomen tegen een soepele terugbetalingsregeling waarbij de vakantietoeslag buiten beschouwing blijft en er over het overgenomen schuldbedrag geen rente wordt berekend.

Het gaat hier om rijksbeleid. De gemeente is niet direct in de positie om dergelijke schulden over te nemen. Wel gaan we experimenteren met het overnemen van schulden bij jongeren. Verder pleiten we bij het Rijk voor een socialer incassobeleid.

Met betrekking op de beslagvrije voet en aflossingscapaciteit pleit de Raad ervoor dat in alle gevallen van schuldproblematiek rekening wordt gehouden met de individuele situatie. De individuele situatie wordt al meegenomen genomen in de huidige praktijk. Er wordt bij de berekening van de beslagvrije voet en afloscapaciteit rekening gehouden met de huur, de hoogte van de premie zorgverzekering en de hoogte van de inkomsten.

  1. De Raad adviseert om Amsterdammers, die met schulden kampen een budgettraining aan te bieden. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van ervaringsdeskundigen. Medewerkers van de gemeente kunnen een breder inzicht krijgen in budgetteren door het Budgetspel te spelen, dat is ontwikkeld door de Participatieraad.

Amsterdammers die zich melden voor schuldhulpverlening via de maatschappelijke dienstverlening (MADI’S) krijgen een budgettraining aangeboden als dat nodig blijkt. Ook zijn er buiten de schuldhulpverlening diverse instanties die budgettrainingen aanbieden. Wij zullen het Budgetspel zeker gaan verkennen.

  1. De gemeente zou via de zogenaamde Wijkteams een “veilige” plaats kunnen bieden om specifieke individuele problemen vrijblijvend en vertrouwelijk te kunnen bespreken. De cliënt heeft daarbij één aanspreekpunt, gesprekken dienen desgewenst te worden gevoerd in een geluidsdichte ruimte. Dit versterkt het veilige gevoel voor betrokkenen. De raad ziet de voorstellen voor de inrichting van deze Wijkteams graag tegemoet en zal daarop te zijne tijd formeel adviseren.

De gemeente vindt het heel belangrijk dat klanten zich veilig voelen bij gesprekken die gevoelig liggen. Het is interessant om te onderzoeken of klanten zich veilig genoeg voelen in de ruimtes die nu gebruikt worden door de gemeente of dat er verbeteringen mogelijk zijn op dat vlak. Wij zien uw voorstellen met belangstelling tegemoet.

  1. De raad adviseert de gemeente erop toe te zien dat de looptijd van de schuldsanering in geen geval langer duurt dan wettelijke termijn van drie jaar.

Het is soms in het belang van de schuldenaar om het wettelijke termijn te verlengen. Een voorbeeld is als schuldenaar bijvoorbeeld vanwege persoonlijke omstandigheden tekort is geschoten in de nakoming van de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichting om te solliciteren. Dit voorkomt dat de WSNP zonder schone lei beëindigd wordt. Een tweede voorbeeld is dat regelmatig voorkomt dat een schuldenaar tijdens de Wsnp, alle goede bedoelingen ten spijt, nieuwe,

bovenmatige schulden laat ontstaan of te weinig aan de boedel afdraagt. In zo’n geval wordt soms door de rechter besloten de looptijd van de Wsnp te verlengen zodat die nieuwe schulden kunnen worden afgelost en/of de boedelachterstand kan worden ingelopen.

  1. Uiteraard dienen Amsterdammers die in de schuldsanering terecht zijn gekomen -zonder dit zelf te hoeven vragen- in aanmerking te komen voor de Stadspas, de pas voor de voedselbank, de pas voor de sociale drogist, de pas voor de sociale supermarkt en nieuwe dan wel niet vernoemde aanbiedingen.

Amsterdammers die in aanmerking komen voor de stadspas en bekend zijn bij WPI krijgen de

Stadspas automatisch. Ook werkt de gemeente nauw samen met de maatschappelijke

dienstverleners (MADI’s) om hun klanten te wijzen op de stadspas en andere regelingen, zoals de Voedselbank. De afdeling voorzieningen haakt steeds vaker aan bij externe organisaties (bijvoorbeeld schuldhulpverlening op de werkplek) om de medewerkers op de mogelijkheden van de Stadspas te wijzen.

De Raad wijst er op dat het welbevinden van alle Amsterdammers een vermindering van de druk op de Collectieve Zorg met zich meebrengt. Tijdens de schuldsanering mag het echter niet voorkomen dat de cliënt van medische zorg ontheven wordt of niet in aanmerking kan komen voor medische ingrepen, dan wel hulpmiddelen waarmee een eigen bijdrage gemoeid is of bij personen die een achterstand hebben in de betaling van de zorgpremie/eigen risico.

Zodra een schuldenaar toegelaten is tot enerzijds het minnelijke saneringstraject of anderzijds het wettelijke saneringstraject, kan schuldenaar zich weer aanvullend verzekeren zodat schuldenaar weer aanspraak kan doen op vergoedingen vanuit de zorgverzekeraars. De zorgverzekeraar is verplicht een verzekering toe te staan net als een aanvullende verzekering.

  1. Tijdens het aflossen van schulden en de schuldsanering en de aflossing daarvan zal voor loo procent maatwerk moeten worden geleverd, daar elke situatie anders is. Hiervoor zal de gemeente haar “uitvoerders” van de schuldsanering moeten voorzien van voldoende handvatten om dit te bewerkstelligen.

In het minnelijke traject wordt afgelost aan de kredietbank Amsterdam. Als de situatie van de schuldenaar verandert (bijvoorbeeld een hogere huur of lagere inkomsten) dan is de kredietbank altijd bereid om mee te denken of aanpassing/verlaging van het aflossingsbedrag mogelijk is. Ook in de WSNP is dit het geval. Het is wel erg belangrijk dat de schuldenaar altijd direct aan de bel trekt bij zijn/haar schuldhulpverlener of WSNP bewindvoerder bij een wijziging is in de vaste fasten of inkomsten.

  1. Budgetbegeleiding alleen zolang het nodig is, niet langdurig. Hier hebben mensen niets aan. Acht jaar budgetbeheer kan veel te lang zijn. Mensen moeten veel eerder weer perspectief krijgen om het zelf weer te doen. Voor mensen met een verstandelijke beperking en verslaafden ligt dat anders.

De duur van schuldaflossing/schuldsanering zou niet langer moeten zijn dan 3 jaar. De begeleiding, nadat de schuldensanering voorbij is, zal maatwerk moeten zijn, zodat de betrokkene niet opnieuw in de financiële problemen terecht komt.

De duur van budgetbeheer is nergens wettelijk vastgesteld in tegenstelling tot regulierbe wind en schuldenbewind. Vandaar dat er inderdaad juist maatwerk toegepast moet worden om samen met de klant te bekijken hoelang budgetbeheer nodig is. Het doel is altijd om de zelfredzaamheid van de klant op den duur te vergroten.

  1. De Raad wijst er op dat bij de overname van schulden van jongeren de medewerking van ouders en/of voogden bepalend is. Ook hier ziet de Raad nadere uitwerking graag tegemoet. De focus ligt bij het oplossen van schulden en het creëren van perspectief voor de jongeren. We bekijken per situatie of het een meerwaarde heeft voor de jongere om de ouders te betrekken bij de aanpak.
  2. De inzet van gediplomeerde ervaringsdeskundigen is prima. Dit betekent echter niet dat zij genoeg levenservaring hebben om dat werk ook te kunnen doen. Uiteraard dient bij het inzetten van ervaringsdeskundigen terdege worden gekeken of de ervaringsdeskundige voldoende inhoud/bagage heeft om dit werk (betaald) te kunnen verrichten, anders wordt het water naar de zee dragen.

Bij de inzet van ervaringsdeskundigen wordt rekening gehouden met de noodzakelijke kennis en ervaring van ervaringsdeskundigen die nodig zijn om bepaalde ondersteuning te bieden.

  1. Inhouden vaste lasten op de uitkering: graag hier uiterst voorzichtig mee omgaan. Dit kan als bemoeizorg worden opgevat. Klant kan het overzicht kwijtraken. Als het WPI de vaste lasten gaat overnemen en er ontstaan hierdoor extra schulden kunnen hierdoor extra kosten ontstaan. De klant kan extra geld (boetebedrag van 40 euro) moeten betalen. Voorbeeld: klant gaat door omstandigheden minder huurverhoging betalen. Geeft dit door aan WPI zodat de oude huur betaald blijft. Het WPI maakt toch de nieuwe huur over. Dan is voor de klant de weg naar de huurcommissie onmogelijk geworden. Het WPI houdt hiermee geen rekening. Bij veel klanten is dat in het verleden gebeurd. Dat geld krijg je niet terug. Door de toeslagen waarvoor zij bedoeld zijn ook in te zetten en de toeslagen dan ook over te maken naar de instanties waarvoor zij bedoeld zijn worden de rekeningen lager dus hoeft de persoon(en) daar niet van in de war te raken en wordt het “verkeerd” uitgeven van de toeslagen sterk vermindert waardoor minder betalingsproblemen kunnen ontstaan.

We gaan voorzichtig om bij het inhouden van vaste lasten op de uitkering. Bij het inhouden van vaste lasten staat uiteraard het belang van de betrokkene centraal. Communicatie met de klanten van WPI over inhoudingen op de uitkering is essentieel. Klanten moeten tijdig veranderingen in hun vaste lasten doorgeven aan WPI.

  1. De Participatieraad wil graag een sociaal incassobeleid. Daarbij is het van belang dat iedereen mee werkt. Opheffen van knelpunten is essentieel.

In lijn met de inrichting van de handhaving op de rechtmatigheid van bijstandsuitkeringen, wordt bij de invordering van bijstandsschulden een onderscheid gemaakt tussen echte fraude, en onrechtmatige bijstand die is betaald als gevolg van de complexe wet- en regelgeving of een vergissing van de betrokkene.

Voor de invordering van bijstandsschulden betekent dit onderscheid dat de invordering van fraudeschulden in beginsel strikter gebeurt dan de invordering van andere bijstandsschulden. Dit onderscheid wordt ook in landelijke wetgeving gemaakt.

Wanneer er sprake is van een schuld die ontstaan is als gevolg van bewuste fraude, schrijft de wet dwingend voor dat de schuld in zijn geheel moeten worden terugbetaald.

Bij het vaststellen van de aflossingsverplichting, wordt altijd de beslagvrije voet gehanteerd en zoveel als mogelijk rekening gehouden met factoren die er voor zorgen dat de beslagvrije voet wordt opgehoogd (zoals bijvoorbeeld aanvullende ziektekosten). Dergelijke schulden kunnen pas na tien jaar, onder heel strikte voorwaarden, het restant van de vordering worden kwijtgescholden. Eén van die voorwaarden is dat in die iojaar aan de maximale terugbetalingsvoorwaarden is voldaan of dat anders van het nog resterende bedrag een fors deel in één keer wordt terugbetaald. Het kan uiteindelijk dus heel goed in het belang van de betrokkene zijn dat er zo strikt mogelijk wordt afgelost. Desalniettemin geldt ook voor deze schulden dat de betrokken centraal staat en zal wanneer dit nodig is, maatwerk worden toegepast.

Op dit moment is de gemeente aan het onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om er voor te zorgen dat fraudeschulden geen knelpunt hoeven te zijn voor het bieden van maatwerk rondom bijvoorbeeld kwijtschelding of schuldhulpverlening.

Voor de invordering van bijstandsschulden die niet het gevolg zijn van fraude, geldt dat er sprake is van sociale incasso. Dit betekent concreet dat in overleg met de betrokkene de aflossing lager kan worden vastgesteld dan de ruimte in het inkomen die resteert na toepassing van de beslagvrije voet. Op verzoek van de betrokkene kan, als daar zwaarwegende argumenten voorzijn, de gemeente ook tegemoet komen aan de vraag de invordering van de schuld tijdelijk te staken. Ook voor dergelijke schulden geldt dat in geval van dringende redenen.

Adviezen bij Hoofdstuk 6. Meedoen zonder belemmeringen

  1. Veel Amsterdammers in financiële nood ontberen een sociaal netwerk dat hen kan helpen met administratie, belastingaangifte, aanvragen minimavoorzieningen, etc. De Participatieraad adviseert de gemeente Amsterdam om alles in het werk te stellen om het sociaal netwerk te verbreden c.q. te behouden. Dat kan onder meer door kortingen te verlenen op sportactiviteiten, sociale activiteiten in de buurt, culturele activiteiten en verder alles dat Amsterdammers maar bij elkaar brengt. Wij zien dat er kortingen worden gegeven via de Stadspas. Dit is positief, maar bereikt lang niet iedereen: Een aanbieding om gratis een jaar te sporten was na drie dagen al uitverkocht. Achteraf bleek dat er voor slechts 500 abonnementen was ingekocht. Geëxtrapoleerd naar dertig dagen zouden zeker 5000 Amsterdammers belangstelling voor zo’n sportkaart kunnen hebben.

We zien dat het bereik van minimaregelingen bij bijstandsgerechtigden over het algemeen heel hoog is (richting de l00%). We zien een stijgende lijn bij het gebruik van minimaregelingen bij werkende minima (streefcijfer begroting 201936%).

  1. Indien men een groot belang hecht aan de inzet van ervaringsdeskundigen, zouden wij graag zien dat in plaats van “doorgroei naar betaald werk”, direct een betaalde baan zou worden aangeboden. Werken moet lonen immers.

Bij de uitwerking van de Amsterdam Agenda houden we rekening met betaalde inzet van enkele ervaringsdeskundigen.

  1. Gratis openbaar vervoer voor ouderen: ouderen die reizen met het openbaar vervoer of gebruik maken van het aanvullend openbaar vervoer van deur tot deur dienen naar het inzicht van de Raad ook recht verkrijgen op de vaste vergoeding van 70,- euro per jaar. Zij vallen nu buiten de boot. De Raad pleit er al !anger voor alle stadspashouders in aanmerking te laten komen voor gratis openbaar/aanvullend vervoer. Het onderhouden van fysiek contact is een levensbehoefte die de sociale cohesie van alle Amsterdammers ten goede komt. In ieder geval zijn die duizenden min of meer armlastige Amsterdammers die zich met betrekking op mantelzorg of anderszins om hun stadsgenoten bekommeren hiermee wat reiskosten betreft enigszins ondersteund. Amsterdam kent drie regelingen voor vervoerskosten. Gratis OV voor ouderen, de tegemoetkoming aanvullend OV voor ouderen voor € 70 perjaar en de OV-vergoeding voor mantelzorgers van € 20 per maand. Helaas kan niet tegelijk aanspraak worden gemaakt op beide OV-vergoedingen omdat deze elkaar uitsluiten. Enige tijd geleden is uitgezocht dat voor gratis OV voor alle stadspashouders onvoldoende budget beschikbaar is. Wel onderzoeken we de mogelijkheden om meer maatwerkgerichte ondersteuning op het gebied van vervoerskosten te bieden aan Amsterdammers.
  2. Fonds Bijzondere Noden Amsterdam: Er zijn klantorganisaties buitengesloten die een aanvraag willen doen voor hun klanten. Welke 6o organisaties kunnen dat wel? De

Participatieraad zou graag een lijst van deze organisaties ontvangen.

Zie bijgaand de link met de lijst van 6o organisaties met wie FBNA een convenant heeft afgesloten: https://wwwfbna.nl/Illustraties/FBNA%2olijst%2oconvenantpartners%2012 2o16.pdf

  1. De Raad adviseert de gemeente dringend een adequate Individuele Inkomens Toeslag vast te stellen. De huidige regeling staat in geen enkele verhouding tot wat Amsterdammers die in langdurige armoede verkeren feitelijk behoeven. De Raad stelt voor om de bedragen te verhogen naar 250 € voor alleenstaanden en 450€ voor gezinnen. Tevens wensen wij deze toeslag toegankelijk te maken voor AOW’ers zonder aanvullend pensioen en personen met onvolledige AOW.

Het college ziet geen ruimte om de bedragen van de IIT te verhogen. We ondersteunen Amsterdammer die langdurig in armoede leven door maatwerkgerichte trajecten aan te bieden gericht op scholing en werkervaring.

De AOW is in de Participatiewet uitgesloten voor de IIT. Een criterium voor ontvangen van IIT is dat mensen op termijn zicht moeten hebben op inkomensverbetering. Voor mensen in de AOW is andere gemeentelijke maatwerkondersteuning beschikbaar.

Adviezen bij Hoofdstuk 7. Financiële ruimte door inkomensondersteuning

  1. Met betrekking op de Regeling Tegemoetkoming Meerkosten verwelkomt de Raad dat de regeling in 2020 wordt uitgebreid tot 130% van het minimum loon. De raad adviseert daarnaast deze regeling voor prijsstijgingen te compenseren. Volgens de Raad zou deze prijscompensatie voor alle gemeentelijke regelingen dienen te gelden.

De hoogte van de vergoedingen van de Regeling Tegemoetkoming Meerskosten is afgeleid van gemiddeld algemeen gebruikelijke uitgaven zoals die door het NIBUD zijn vastgesteld. De hoogte is zodanig dat de meerkosten voldoende gedekt worden.

  1. De Raad ontvangt graag nadere informatie over de inzet van het Fonds Bijzondere Noden Amsterdam. En over de criteria waaraan deelnemende organisaties moeten voldoen.

Op de website van het FBNA is veel te lezen over de inzet van het FBNA, waaronder de jaarverslagen van afgelopen jaren. Ook staat hier aangegeven dat geïnteresseerde hulpverlenende organisaties contact op kunnen nemen met FBNA als zij een convenant willen afsluiten waarna zij ook aanvragen voor noodhulp kunnen indienen.

  1. Daarnaast is de Raad van mening dat minimaregelingen niet dienen te worden gekoppeld aan werk- of scholingstrajecten. ledere Amsterdammer zou op deze regelingen aanspraak moeten kunnen maken.

Wij delen uw mening dat alle Amsterdammers met een laag inkomen en weinig vermogen toegang moeten hebben tot minimavoorzieningen. Wel gaan we onderzoeken welke behoeften er zijn onder minima op het gebied van perspectiefverbetering, bijvoorbeeld in de vorm van werk en scholing, en kijken we hoe we daar in ons aanbod nog beter op in kunnen spelen. Dat doen we in de pilot Inkomensondersteuning op maat. Zo werken we aan onze missie om de minimavoorzieningen niet alleen in te zetten voor financiële ondersteuning, maar ook aan perspectiefverbetering.

 

Aan het eind van uw reactie op de Amsterdamse Agenda armoede en schulden heeft u nog enkele samenvattende opmerkingen. lk wil ook graag op deze opmerkingen reageren.

  1. Het terughalen van schuldbemiddeling en bewindvoering naar de gemeente, dan wel dit

direct bij de gemeente onder te brengen.

Hiervoor verwijs ik u naar het antwoord bij vraag 8.

  1. Het vakantiegeld buiten het beslag of aflossingsregelingen te houden;

In afwachting van en vooruitlopend op de uitgestelde Wet Vereenvoudiging Beslagvrije Voet, onderzoekt de gemeente dit najaar de mogelijkheid om de beslagvrije voet te verhogen naar 95% (is nu go%) en de mogelijkheden die dit biedt voor het vrijlaten van vakantiegeld. Het voornemen is dit met ingang van juli 2020 in te voeren.

  1. In bredere zin meer ondersteunend beleid te ontwikkelen en dit daadwerkelijk in te zetten;

De gemeente ondersteunt uw oproep van harte. Wij vinden het belangrijk om Amsterdammers zo te ondersteunen zodat hun kansen vergroot worden en perspectief geboden wordt.

  1. Het uitvoeren van de herhaalde belofte om te stoppen met werken zonder loon en een ieder die aan het werk gaat een volwaardig maandloon te gunnen.

Toeleiding naar betaald werk staat centraal binnen onze dienstverlening. Maar een groot deel van de Amsterdammers met een bijstandsuitkering heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De stap naar betaald werk is veelal groot en het is vaak een zoektocht welke kwaliteiten van de klant in welk soort werkzaamheden het beste tot zijn recht komen. Werkervaringsplaatsen en leerstages helpen bij het overbruggen van die stap waarbij leren voorop staat en niet werken. Hierdoor ontstaat er inzicht in welk werk passend is en kan de re-integratiedienstverlening en de bemiddeling naar werk hier beter op worden afgestemd. Bij het volgen van een leerstage of een proefplaatsing wordt een premie toegekend. Ook bij uitstroom uit de uitkering door werk naar aanleiding van een proefplaatsing of leerstage kan een premie worden toegekend.

  1. Daarbij vraagt de Raad aandacht voor bijzondere doelgroepen (hier wordt waarschijnlijk bedoeld: dak — en thuislozen).

Ervan uitgaande dat u doelt op de groep dak- en thuislozen, zullen we bij de verdere uitwerking van de verschillende plannen in gesprek blijven met de Participatieraad We houden rekening met kinderen, werkenden met een laag inkomen, mensen met problemen met de Nederlandse taal, met verstandelijk beperkten. En verder willen we graag alle groepen, ook met een GGZ achtergrond ondersteunen, op zo’n wijze dat dit goed past bij de specifieke doelgroep. We zijn bezig om meer maatwerk te bieden.

 

Ik bedank u voor uw betrokkenheid bij de Amsterdamse Agenda armoede en schulden. Het is belangrijk dat wij de agenda goed met u, de Amsterdammer, waar wij deze agenda voor hebben opgesteld, hebben kunnen afstemmen.

lk vertrouw erop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd en hoop met u in gesprek te kunnen gaan over de voortgang van deze Agenda.

\

/___

Met vriendelijke groet,

Marjolein Moorman

Wethouder Onderwijs, Armoede en inburgering