Reactie College van B&W op zwartboek vakantiegeld

Aan de leden van de Participatieraad
Weesperstraat 113
1018 VN Amsterdam

Datum 21 maart 2017

Kopie aan Raadscommissie Werk & Economie Bijlage

Onderwerp Reactie op Zwartboek Vakantiegeld van de Participatieraad

Geachte mevrouw KaIlan en mijnheer De Vries,

Allereerst wil het College de Participatieraad bedanken voor het opstellen en actief agenderen van het Zwartboek Vakantiegeld. Het biedt het College nog beter inzicht in situaties waarin kwetsbare Amsterdammers met een uitkering kunnen terechtkomen. Het College wil dat iedere Amsterdammer ongeacht de dikte van zijn of haar portemonnee volwaardig kan meedoen in onze samenleving. In Amsterdam vinden we daarom een humaan gemeentelijk invorderingsbeleid belangrijk en spannen we ons ervoor in dat Amsterdammers naar draagkracht hun schulden bij ons aflossen.
Kijken we naar de voorbeelden uit het zwartboek dan kan het College niet anders concluderen dan dat het goed is dat de Participatieraad hier aandacht voor vraagt. Zo ziet het college ook de samenwerking met de Participatieraad: onderwerpen aandragen en agenderen, zodat we continu de dienstverlening aan onze cliënten kunnen verbeteren.

Aanbevelingen van de Participatieraad
De Participatieraad concludeert in het Zwartboek dat beslaglegging op vakantiegeld emotionele schade berokkent aan klanten en dat klanten niet goed op de hoogte zijn van hun rechten waardoor zij weinig weet hebben van zaken als de beslagvrije voet en aflossingscapaciteit. De Participatieraad doet in het Zwartboek de volgende zeven aanbevelingen:
1. Cliënten mogen nooit meer aflossen dan hun aflossingscapaciteit. De beslagvrije voet moet te allen tijde gerespecteerd worden.
2. Is na aflossing van alle schulden nog ruimte voor gedeeltelijke inhouding van het vakantiegeld, dan valt te overwegen de cliënt toch het volledige vakantiegeld uit te keren.
Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 21 maart 2017
Kenmerk WPI 24165-2017 Pagina 2 van 4
3. Keer minimagezinnen met kinderen altijd het volledige vakantiegeld uit.
4. Geef de cliënt op wie de gemeente een vordering heeft op zijn minst de helft van het vakantiegeld.
5. Informeer cliënten nog beter over hun rechten en plichten. Zaken als beslagvrije voet en aflossingscapaciteit dienen bij cliënten met schulden bekende fenomenen te zijn.
6. Indien er door beslagname een verandering optreedt in de hoogte van het vakantiegeld, dit drie maanden vooraf melden, met een vermelding waar en hoe cliënt bezwaar kan aantekenen.
7. Volgens de Participatieraad zou het nog veel beter zijn om het vakantiegeld volledig te vrijwaren voor beslag. Dit vergt een wijziging in de wet. De Participatieraad doet de aanbeveling aan de gemeente om druk te zetten op de regering in Den Haag en de vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken om de wet te wijzigen.

Reactie van het College
In het Zwartboek is casuïstiek opgenomen van Amsterdamse uitkeringsgerechtigden, die het vakantiegeld niet ontvangen, of bij wie de beslagvrije voet niet juist wordt toegepast bij de aflossing van schulden. Het College vindt het belangrijk om vooraf te wijzen op een onderscheid tussen bijstandsschulden en beslagschulden. In het geval van bijstandsschulden heeft het College de bevoegdheid om de toepasselijke beslagvrije voet te berekenen. Zodra er sprake is van beslagschulden, dan ligt deze bevoegdheid uitsluitend bij de beslaglegger. De gemeente mag dan bijvoorbeeld niet het vakantiegeld aan de klant uitbetalen, als dit binnen de wettelijke beslagruimte valt. De reactie op de aanbevelingen heeft daarom alleen betrekking op de incasso van bijstandsschulden, omdat het College daar wel bevoegd is over te beslissen.
Net als de Participatieraad vindt het College een humaan gemeentelijk invorderingsbeleid belangrijk en spant zich ervoor in dat Amsterdammers naar draagkracht hun bijstandsschulden aan ons aflossen. Bij de invordering van bijstandsschulden constateren we als College dat we het als schuldeiser, op een aantal punten nog beter kunnen doen.
Toepassing van beslagvrije voet (aanbeveling 1)
De beslag vrije voet is bedoeld om in de (basale) kosten van levensonderhoud te voorzien. De leefsituatie van de schuldenaar bepaalt voor een belangrijk deel deze kosten. Sinds de introductie van de kostendelersnorm in 2015 is de beslagwetgeving niet overeenkomstig aangepast. Hierdoor is de situatie ontstaan, dat voor personen die vallen onder de kostendelersnorm de beslagvrije voet hoger is dan hun uitkering. Bij deze groep is daardoor, tot de wetswijziging beslagvrije voet, geen aflossingscapaciteit aanwezig. De bijzondere doelgroep dak- en thuislozen met een onvolledige uitkering verkeren in een vergelijkbare situatie als kostendelers, omdat ook zij geen aflossingscapaciteit hebben . Het College verrekent daarom ook bij deze groep niet langer de bijstandsschuld maandelijks met de uitkering en volgt daarmee aanbeveling 3 op.

Vakantiegeld uitbetalen in plaats van gebruiken voor aflossing schuld (aanbevelingen 2,3 en 4)
Het College volgt deze aanbevelingen niet op. De Participatieraad doet in het Zwartboek een aantal aanbevelingen om bijvoorbeeld aan minimagezinnen met kinderen altijd het vakantiegeld uit te keren, of aan alle uitkeringsgerechtigden met bijstandsschulden in ieder geval de helft van het vakantiegeld uit te keren. In de huidige beslagwetgeving is bepaald dat het vakantiegeld een onderdeel is van de maandelijkse beslagruimte. Het College handhaaft deze kaders zolang die van toepassing zijn. Het ter beschikking stellen van het vakantiegeld betekent ook dat dit vatbaar is voor beslag door andere schuldeisers. Het voordeel voor de uitkeringsgerechtigden zou hiermee potentieel teniet worden gedaan door beslagleggers.

Betere informatievoorziening (aanbevelingen 5 en 6)
Het College volgt deze aanbevelingen op. Het College is het namelijk met de Participatieraad eens dat het voor een deel van de klanten van de RVE’s Werk, Participatie en Inkomen lastig is om goed op de hoogte te zijn van al hun rechten en plichten. Klanten weten nog onvoldoende de weg te vinden naar de gemeente om bijvoorbeeld van de mogelijkheid gebruik te maken om een individuele aflossingscapaciteit te laten berekenen (maatwerk). Het College vindt dit een onwenselijke situatie omdat het juist voor deze Amsterdammers nog meer van belang is dat zij over voldoende middelen blijven beschikken om in de (basale) kosten van levensonderhoud te voorzien.
Daarom wil het College van B&W samen met uw raad kijken hoe we daar op korte termijn een verandering in kunnen aanbrengen. Bij het (nog) actiever informeren van klanten, wil het College zich dan niet alleen richten op klanten met bijstandsschulden, maar ook op klanten met beslagschulden. Er moet betere informatie komen over o.a. het individueel laten berekenen van de aflossingscapaciteit —zowel bij de gemeente als bij een beslaglegger— en het sneller en beter doorverwijzen van klanten met meerdere schulden naar de schuldhulpverlening.

Wetswijziging om vakantiegeld te vrijwaren (aanbeveling 7)
Het College volgt aanbeveling niet op, omdat deze achterhaald door recente ontwikkelingen.
Op 7 maart 2017 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel ‘vereenvoudiging beslagvrije voet’ aangenomen. Hiermee wordt de beslagwetgeving aangepast met ingang van volgend jaar. Met deze wijziging wordt de bepaling van de beslagvrije voet voortaan eenvoudiger en transparanter. Nu nog is de beslagvrije voet bepaald op 90% van de bijstandsnorm met eventuele ophogingen in verband met meerkosten voor zorg of wonen. Voor de berekening moet de cliënt wel informatie verstrekken over zijn zorg- en woonkosten. De maandelijkse betalingsverplichting komt hiermee nu uit op een bedrag dat varieert tussen de 3% en 1o% van het inkomen.
Door de wetswijziging komt voor bijstandsgerechtigden de beslagvrije voet standaard uit op 95% van hun uitkering inclusief vakantiegeldreservering. Dit betekent dat maximaal 5% van het inkomen gebruikt mag worden voor de betaling van schulden. Hiervoor hoeft de cliënt ook geen verdere informatie te verstrekken. Ook wordt met de wetswijziging het vakantiegeld gevrijwaard van beslag, als de volledige aflossingsruimte al is gebruikt voor de betaling van schulden. Dit betekent dat als vanaf volgend jaar bijstandsgerechtigden maandelijks 5% van hun uitkering aflossen op een bijstandsschuld, dat zij het vakantiegeld volledig uitbetaald krijgen.Het vakantiegeld kan dan ook niet worden afgenomen door een andere schuldeiser. Voor dak- en thuisloze personen geldt vanaf volgend jaar een afwijkende beslagvrije voet. Die is lager dan 95% van het inkomen. Dit betekent dat vanaf 2018 ook dak- en thuislozen met een onvolledige uitkering, maandelijks op hun schulden kunnen aflossen.

Wat betekent dit concreet voor Amsterdamse bijstandsgerechtigden?
Tot 2018 lossen Amsterdamse bijstandsgerechtigden die vallen onder de kostendelersnorm of een onvolledige dak- en thuisiozen uitkering hebben, maandelijks niet af op een eventuele bijstandsschuld. De aflossingen op bijstandsschulden zijn al stopgezet bij deze groepen. Ook zullen zij het vakantiegeld uitbetaald krijgen. Verder zal het College in samenspraak met de Participatieraad, bijstandsgerechtigden met een bijstandsschuld of een beslagschuld, de komende periode aanschrijven en informeren over zaken die te maken hebben met schulden. Het gaat dan om zaken zoals hoe de beslagvrije voet toegepast wordt door schuldeisers, wat cliënten kunnen doen als een verkeerde beslagvrije voet is toegepast, hoe schuldhulpverlening kan helpen om de schulden op te lossen, maar ook over de uitbetaling van het vakantiegeld in mei. Met deze acties wil het College ertoe bijdragen dat alle Amsterdammers kunnen blijven meedoen, ongeacht de dikte van hun portemonnee en ook als zij schulden hebben.

Het College hoopt u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Wij danken u langs deze weg nogmaals voor uw advies en hopen spoedig met u in overleg te treden over de verbetering van de informatievoorziening.

Met vriendelijke groet,

Het college van Burgemeester en wethouders van Amsterdam