Zwartboek vakantiegeld

AANLEIDING

Aanleiding voor dit onderzoek naar het innen van het vakantiegeld bij bijstandsgerechtigden in Amsterdam was een tip van een cliënt over een uitspraak van de Hoge Raad van 31 oktober 2014. Deze betreft het innen van het vakantiegeld bij uitkeringsgerechtigden met schulden. Volgens de uitspraak dient het vakantiegeld als twaalf afzonderlijke stukjes inkomen beschouwd te worden en niet als een bedrag ineens dat in de maand mei wordt uitgekeerd. Het vakantiegeld telt mee als deel van het beslagbaar inkomen en voor de beslagvrije voet.

Voor een alleenstaande bijstandsgerechtigde met woonlasten zou dit betekenen dat hij 928 euro netto uitkering + 48 euro reservering vakantiegeld = 976 euro per maand als inkomen heeft. Aangezien de beslagvrije voet 90 procent van het minimum inkomen bedraagt, zou deze uitkomen op 878 euro per maand. De aflossingscapaciteit bedraagt in dit geval 98 euro.
De gemeente die een vordering heeft op een uitkeringsgerechtigde, kan dan maandelijks 50 euro + het volledige vakantiegeld innen. Het vakantiegeld wordt weliswaar maandelijks gereserveerd, maar telt wel mee en is ook voor beslag vatbaar.

Het wordt een andere zaak als de cliënt op wie de gemeente een vordering heeft al schulden heeft bij andere instanties, zoals de Belastingdienst, het College Zorgverzekeringen of het CJIB. In dat geval zit de cliënt al ver over zijn aflossingscapaciteit heen. Naast zijn maandelijkse aflossing van 48 euro aan WPI (een bedrag dat de Participatieraad vaak hoorde tijdens zijn onderzoek), kan hij alsdan niet nog eens zijn vakantiegeld kwijt raken. Want dan gaat de aflossing ver over de aflossingscapaciteit heen en wordt de beslagvrije voet de facto veel lager dan wettelijk toegestaan.

Om die reden publiceerde de Participatieraad eind mei 2016 een artikel over het thema Vakantiegeld in Werkwoord, de periodiek die elke maand aan de klanten van WPI wordt meegestuurd samen met de uitkeringsspecificatie. De week erop werd de raad bedolven onder telefoontjes van cliënten. Wordt de raad normaliter vijf à tien keer per week gebeld, nu kreeg de raad honderd telefonische reacties in één week. Die betroffen op een enkele uitzondering na allen het vakantiegeld. Ook de maand erna werd de raad veel gebeld over dit thema. Bellers hebben niet direct telefonisch contact met de raad, maar kunnen een bericht achterlaten.

In totaal hebben naar schatting 120 à 135 personen ons over het thema Vakantiegeld gebeld. Omdat niet iedereen het onderwerp meldt, kan de raad geen exact aantal geven. Nochthans heeft de Participatieraad getracht iedereen terug te bellen. Helaas bleek een deel van de bellers onbereikbaar, ook na meerdere pogingen. Uiteindelijk heeft de raad 83 cliënten gesproken. Daarvan zijn er 41 in dit zwartboek opgenomen.

BEVINDINGEN

De Participatieraad constateert dat het inhouden van het vakantiegeld veel kwaad bloed zet onder de cliënten. Velen van hen begrijpen niet waarom ze ook dit moeten inleveren, naast het bedrag dat ze al maandelijks terug betalen.

De raad constateert dat cliënten slecht op de hoogte zijn van hun rechten. Zaken als bezwaar en beroep zijn bij veel cliënten onbekend. Ook zaken als beslagvrije voet en aflossingscapaciteit blijken niet of nauwelijks bekend, opmerkelijk aangezien het mensen betreft die schulden hebben. Omdat de raad niet bevoegd is tot individuele belangenbehartiging zijn de meeste cliënten doorverwezen naar de Bijstandbond. Overigens bleek ook deze laagdrempelige belangenbehartiger bij veel cliënten onbekend.

De raad constateert verder dat beslaglegging op het vakantiegeld veel emotionele schade berokkent aan cliënten. Het vakantiegeld is voor uitkeringsgerechtigden een extraatje, waar maanden naar wordt uitgekeken. Zeker als het uitkeringsgerechtigden met kinderen betreft, is het vakantiegeld net dat beetje extra waarmee een bijstandsgezin nog enigszins een aangename zomervakantie kan hebben. Enkele cliënten geven aan dat ze met negatieve gevoelens rondlopen, omdat ze hun kinderen niet een dag naar zee of een uitje naar een amusementspark kunnen geven.

De emotionele schade wordt groter als cliënten onjuist bejegend worden. Een aantal bellers vindt zich slecht begrepen door de medewerkers van WPI. Zij menen dat hun zaak niet serieus wordt genomen, vooral als er niets met hun grieven of vragen wordt gedaan en louter wordt doorverwezen naar een deurwaarder.

Naar aanleiding van bovengenoemde bevindingen is de Participatieraad overgegaan tot het maken van een Zwartboek. Daarbij is niet uitgegaan van de juridische correctheid van de inhouding, die kan de Participatieraad immers niet controleren. Vooral het emotionele aspect is meegewogen. Het moeten inleveren van het vakantiegeld wordt door vrijwel alle cliënten als zeer onrechtvaardig gezien. Ook als het vakantiegeld deel uitmaakt van de aflossingscapaciteit en inhouding juridisch dus correct is, wordt deze gezien als onterecht.

Enkele cliënten geven aan dat ze blij zouden zijn als ze de helft van het vakantiegeld mogen ontvangen. De Participatieraad trof vertwijfelde personen aan de telefoon, die de inhouding of inbeslagname niet begrepen en ook niet wisten waar ze terecht konden om de juistheid ervan te laten onderzoeken. Een ruime meerderheid van de cliënten gaf aan blij te zijn dat ze werd teruggebeld.

Grofweg is de groep bij wie het vakantiegeld wordt ingehouden op te delen in drie subgroepen:

1. Zwart.
Deze cliënten betalen zoveel schulden af dat de aflossingscapaciteit ook zonder vakantiegeld al overschreden wordt. Er is bij deze cliënten dus geen enkele aflossingscapaciteit meer over om het vakantiegeld in te houden, maar toch gebeurt dat. Waarschijnlijk is er bij veel van hen geen goed overzicht van de totale schuldenlast. Een deel van hen krijgt al meer dan vijf jaar geen vakantiegeld. Veel van hun schulden zijn schulden bij de overheid.

2. Grijs.
Deze cliënten betalen wat hun aflossingscapaciteit toestaat, ook als het vakantiegeld in aanmerking wordt genomen. Wettelijk wordt daarmee aan de normen voldaan. Ook dan zien cliënten het als zeer onrechtvaardig om het vakantiegeld te moeten inleveren. Zeker als er kinderen in het spel zijn, is het een hard gelag, met grote emotionele gevolgen.

3. Wit
Van deze groep blijkt het vakantiegeld na aanvankelijke inhouding alsnog uitgekeerd.

COLOFON

Dit zwartboek is op 21 september 2016 aangeboden aan de directie van de resultaatverplichte eenheid Werk, Participatie, Inkomen van de gemeente Amsterdam (WPI).

Dit onderzoek werd uitgevoerd door Johan Andeloe, Ton Arendse, Martin Brandwagt en Zarina Kallan, allen lid Participatieraad Amsterdam.
Eindredactie en opmaak: Martin Brandwagt

Dank aan:
Hester Scheurleer, ambtelijk secretaris Participatieraad
Cliënt JH, die ons tipte over de uitspraak van de Hoge Raad
Alle cliënten die ons gebeld hebben over het thema Vakantiegeld

(c) Participatieraad Amsterdam

ERVARINGEN CLIËNTEN

Cliënten worden aangeduid met hun initialen, zover bekend. Als initialen twee keer voorkomen, wordt de voornaam + eerste letter van de achternaam genoemd.
Van alle cliënten is de naam bij de Participatieraad bekend. De raad neemt nooit anonieme telefoontjes in behandeling.

1. De heer M.
Heeft schuld van 4.400 euro. Per maand wordt 48 euro ingehouden door WPI. Al zes jaar geen vakantiegeld meer gekregen. Heeft HIV en is ernstig ziek. Cliënt klinkt wanhopig en vraagt of wij iets voor hem kunnen doen. Uitgelegd dat dit niet tot onze mogelijkheden behoort. Verwezen naar het Gemeenteloket van stadsdeel Zuid-Oost.

2. Mevrouw MV.
Schuld bij de Belastingdienst. Krijgt korting op zowel Huur- als Zorgtoeslag. Al drie jaar inhouding van het vakantiegeld. Ze begrijpt haar schuld bij de Belastingdienst wel, maar snapt niet waarom ze haar vakantiegeld niet mag houden. ”Ik vind het onmenselijk.”

3. Mevrouw SR.
Per maand wordt 48 euro ingehouden op de uitkering plus het volledige vakantiegeld. Heeft nog drieduizend euro schuld. Verwacht nog enige jaren zonder vakantiegeld te zitten. Ze heeft geen idee wat de beslagvrije voet inhoudt en weet niet wat haar aflossingscapaciteit is. Voor meer informatie en juridische hulp verwezen naar de Bijstandsbond. Die kent ze niet, maar ze zegt toe snel een afspraak te zullen maken.

4. Mevrouw ZR.
Vakantiegeld wordt geheel ingehouden door WPI. Heeft kinderen en zou graag iets bijzonders doen met hen in de zomervakantie. “Zou fijn zijn als je je kinderen ergens mee naar toe kunt nemen.” Verwezen naar de Bijstandsbond.

5. Mevrouw Monique H.
Beslag op vakantiegeld. Heeft uitkering van 716 euro en een huur van 720 euro. Ze leeft van de Toeslagen. “Erg teleurgesteld in de schuldhulpverlening.”

6. Mevrouw DW.
Vakantiegeld wordt volledig ingehouden, vanwege schulden. Doorverwezen naar schuldhulpverlening SEZO.

7. De heer EE.
Al tien jaar geen vakantiegeld meer, vanwege schuld bij de Belastingdienst. Beller vraagt of dit allemaal zo maar kan. Is arbeidsongeschikt, wordt de laatste twee maanden erger. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

8. Mevrouw C.
Heeft al heel lang een uitkering en is al 20 jaar niet meer op vakantie geweest. Vakantiegeld wordt geheel ingehouden. Houdt netto 220 euro per maand over. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

9. Mevrouw SA.
Heeft gezinsuitkering waar maandelijks 1000 euro van over blijft. Haar partner heeft veel schulden, in totaal 200.000 euro. Lossen per maand 250 euro af en ook het vakantiegeld wordt ingehouden. “Dit is al drie jaar zo.” Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

10. Mevrouw TB.
Heeft een bijstandsuitkering. Betaalt 47 euro per maand af en ook volledige vakantiegeld wordt ingehouden. Cliënt klinkt enigszins in de war. Ze weet niet meer bij wie ze de schuld heeft. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

11. Mevrouw L.
Alleenstaande moeder met kind. Heeft oude schulden, die ze afbetaalt aan incassobureau. Vakantiegeld wordt geheel ingehouden. “Ik heb amper geld om te eten.”

12. Mevrouw SB.
Heeft bijstandsuitkering, sinds najaar 2015. Geen vakantiegeld gekregen, 390 euro is ingehouden. Geen idee waarom. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

13. De heer P.
Vakantiegeld ingehouden. Contact met advocaat, zaak is in behandeling.

14. De heer F.
Vakantiegeld wordt al acht jaar ingehouden. Had bedrijf, bleek niet levensvatbaar. F. denkt dat inhouding onterecht is. Doorverwezen naar Bijstandsbond.

15. Mevrouw E.
Vakantiegeld is voor de tweede keer ingehouden. Weet niet waarom. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

16. Mevrouw H.
Heeft uitkering voor alleenstaande. Vakantiegeld wordt volledig ingehouden door WPI. “Nee, ik vind het niet terecht.” Doorverwezen naar Bijstandsbond.

17. De heer C.
De heer gaf aan dat hij het raar vond dat wij dit niet voor hen konden regelen. Gewezen op taak Participatieraad en doorverwezen naar de Bijstandsbond. Beslagnamen duren reeds 6 jaar.

18. De heer S.
Beslag op vakantiegeld. Gaat naar de bijstandbond.

19. De heer HC.
Mijnheer is zelf zoals hij zegt juridisch onderlegd, maar loopt al jaren tegen problemen op. Heeft aangegeven met ons in contact te willen blijven. Werkt met 800 dossiers van mensen met problemen. Van de beslaglegging was hij ook niet van te voren geïnformeerd. Kreeg veel te horen dat mensen geen contact meer zochten met de gemeente daar zij geen vertrouwen meer in deze hadden en ook niet in de politiek.

20. Mevrouw HR.
Mevrouw geeft aan diverse keren bij het loket afgepoeierd te zijn. Kreeg geen enkele hulp en ook werd medegedeeld: ”Zoek het maar uit met de deurwaarder!” Zij was heel verheugd met het belletje en dat er naar haar werd geluisterd. Geeft aan vrijwel geen vertrouwen meer te hebben in de gemeente door de vorm van bejegening van de ambtenaren.

21. De heer KS.
Heeft na thuiskomst vakantie alsnog zijn vakantiegeld gestort gekregen en was daar heel gelukkig mee.

22. GW van O.
Heeft vakantiegeld alsnog uitgekeerd gekregen, was wel blij dat wij belden.

23. De heer HB.
Zou in 2013/2014 gefraudeerd hebben, is het daar niet mee eens. Vakantiegeld wordt volledig ingehouden. Is langdurig ziek en zegt niet in staat te zijn procedures zoals rechtszaken aan te kunnen. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

24. Mevrouw B.
In mei werd bij haar € 471 ingehouden zonder vooraankondiging of aanbod tot andere betalingsregeling. Bij telefonisch navragen wordt er gereageerd met “wees maar blij dat je er van af bent.” Mevrouw heeft daarnaast ook al een regeling met WPI over een andere schuld. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

25. De heer B.
Beslaglegging op uitkering inclusief vakantiegeld. Gaat uitzoeken wat zijn beslagvrije voet is. Is niet bekend met procedures rondom beslaglegging, bezwaar en beroep.

26. Mevrouw IV.
Dakloos, heeft nooit vakantiegeld gehad. Beslaglegging door ziektekostenverzekeraar. Volgt een individuele cursus op de Jan van Galenstraat. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

27. De heer F.
Vakantiegeld wordt volledig ingehouden. Is niet bekend met de procedures inzake bezwaar en beroep. Heeft een maatschappelijk werker die hem helpt. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

28. De heer CN.
Heeft een schuld van 50.000 euro. Volledige vakantiegeld wordt ingehouden. Beroep is afgewezen. Cliënt heeft geen idee hoe lang hij nog moet aflossen en maakt een teleurgestelde, verbitterde indruk. “Ik heb levenslang.”

29. De heer M. van der P.
Vakantiegeld wordt ingehouden door deurwaarder. Doorverwezen naar de Bijstandsbond; was zeer blij met onze telefonische reactie.

30. De heer SB.
Vorig jaar de helft van vakantiegeld gekregen. Betaalt 40 euro per maand af. Schuld wordt geïnd door deurwaarder. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

31. Mevrouw K.
Al enige jaren geen vakantiegeld meer gekregen. Per maand wordt bovendien 48 euro op haar uitkering ingehouden. Het steekt cliënt dat ze haar volledige vakantiegeld moet inleveren en wil graag weten wat haar juridische mogelijkheden zijn. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

32. Mevrouw MB.
Betaalt per maand 50 euro af plus het volledige vakantiegeld, via een deurwaarder. Al vier jaar geen vakantiegeld meer gekregen. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

33. Mevrouw NC.
Deurwaarder heeft beslag gelegd op inkomen en het vakantiegeld, sinds 4 jaar. Lost 33 euro per maand af van bijstandsuitkering. Ook inhouding op Toeslagen. Houdt zeer weinig over. Wil weten of dit allemaal terecht is. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

34. Mevrouw NK.
Vakantiegeld wordt al enige jaren ingehouden. Er zijn nog meer schulden. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

35. De heer D.
Heeft gezin met kinderen en leeft van een WIA-uitkering plus Bijstandsuitkering. Per maand moet hij 66 euro terug betalen. Ook vakantiegeld wordt ingehouden. Wil weten of dit juist is. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

36. Mevrouw Mona H.
Heeft bijstandsuitkering. Via deurwaarder betaalt ze 47 euro per maand af. Vakantiegeld wordt eveneens ingehouden. Nu vier jaar aan het afbetalen, heeft wel vakantiegeld gehad in 2012. Ze houdt per maand 215 euro over. Cliënt wil weten of het rechtmatig is dat ook haar vakantiegeld wordt ingehouden. Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

37. De heer EH.
Al vijftien jaar geen vakantiegeld meer gekregen. Dat gaat naar aflossing schulden. Per maand wordt 46 euro ingehouden op de bijstandsuitkering. Cliënt klaagt over behandeling door WPI. “Ze zeggen dat ik te veel vraag.” Doorverwezen naar de Bijstandsbond.

38. Mevrouw J.
Doorverwezen naar de bijstandbond, mevrouw zal terugkoppelen hoe dit dan is verlopen. Zij wilde per se niet dat ze weer naar allerlei loketten zou worden door gestuurd. Verder was zij blij dat wij belden. Ook werd aangegeven wel vertrouwen in ons te stellen, maar niet in de gemeente.

39. Mevrouw A.
Heeft lichamelijke problemen en een uitkering van WPI. Mevrouw deed vrijwilligerswerk bij een internetradiostation. Haar klantmanager vond dat ze met dit werk geld verdiend had en niet had doorgegeven aan WPI. De dienst maakte een schatting van wat ze verdiend moest hebben en samen met de Belastingdienst liet WPI beslag leggen op haar uitkering, inclusief vakantiegeld. Het gevolg was dat dat ze haar vaste lasten niet meer kom betalen. Ondertussen zijn haar schulden opgelopen tot 100.000 euro en loopt mevrouw met een zware depressie bij een psycholoog. Ze heeft wel een schuldsaneringstraject gevolgd, maar in haar toestand is dat geen haalbare zaak gebleken.

40. Mevrouw U.
Heeft problematische schulden bij Nuon, Waternet en een aantal andere bedrijven. Zit sinds kort in een schuldsaneringstraject ze is blij daarmee, maar met een man met PTSS is dat ook een opluchting. Anderzijds vraagt ze zich af waarom er nog steeds beslag gelegd is op haar vakantiegeld.

41. Mevr. A.
Had haar broer in huis genomen omdat hij dakloos was geworden. Zes jaar geleden werd de uitkering van mevrouw stopgezet. Maanden later, nadat haar broer zijn eigen plek gevonden had, kreeg ze weer een uitkering. Omdat WPI beslag op haar uitkering op haar uitkering heeft gelegd en broerlief niet voldoende kon bijdragen aan de kosten, zit mevrouw zes jaar na dato nog steeds met torenhoge schulden, geen schuldhulp en psychische problemen. WPI vind nog steeds dat mevrouw haar schulden zelf op moet lossen.

AANBEVELINGEN

1. Cliënten mogen nooit meer aflossen dan hun aflossingscapaciteit. De beslagvrije voet is heilig en moet te allen tijde gerespecteerd worden. Voordat wordt overgegaan tot het inhouden van het vakantiegeld, moet dus eerst bekeken worden of er nog wel aflossingscapaciteit bestaat. Is dat niet het geval, dan moet de cliënt zijn vakantiegeld krijgen.
Aanbeveling: doe een gedegen onderzoek naar de schulden van de cliënt. Dat dient ook te gelden als de inning van schulden wordt uitbesteed aan een deurwaarder of een incassobureau.

2. Is na aflossing van alle schulden nog ruimte voor gedeeltelijke inhouding van het vakantiegeld, dan valt te overwegen de cliënt toch het volledige vakantiegeld uit te keren. Dat geeft de cliënt met schulden meer lucht om zijn schulden te amortiseren en geeft ook een geestelijke opkikker. De Participatieraad sluit hier op het idee van staatssecretaris Klijnsma betreffende tijdelijke opschorting van afbetaling van schulden.
Aanbeveling: geeft de aflossingscapaciteit ruimte voor gedeeltelijke inhouding van het vakantiegeld, keer de cliënt dan toch zijn volledige vakantiegeld uit.

3. Vakantiegeld is een belangrijk extraatje voor uitkeringsgerechtigden. Dit geldt zeker voor huishoudens met kinderen. Kinderen mogen niet het slachtoffer worden van de pech of het ongelukkige handelen van hun ouders.
Aanbeveling: gezinnen met kinderen altijd het volledige vakantiegeld uitkeren.

4. Gezien de grote emotionele last die niet-ontvangen van vakantiegeld voor de cliënt oplevert, dient uiterst prudent met inhouding worden omgegaan. Uitkeringsgerechtigden met schulden bevinden zich al een precaire sociaaleconomische situatie; zij hebben vaak het idee geen deel uit te maken van de maatschappij. Jarenlang niet op vakantie kunnen, geen uitstapje met de kinderen kunnen maken, geen goederen of kleding kunnen vervangen; het is deprimerend om te moeten meemaken in een maatschappij waar zoveel anderen dergelijke zaken als vanzelfsprekend zien.
Aanbeveling: geef de cliënt op wie de gemeente een vordering heeft op zijn minst de helft van het vakantiegeld.

5. De ervaringen van de Participatieraad tijdens ons telefonisch onderzoek wijzen op een groot kennishiaat bij cliënten met schulden. Veel cliënten begrijpen niet wat er aan de hand is en weten niet waar zij hun recht kunnen halen. Weinig van de gesproken cliënten maken gebruik van een advocaat. De drempel om deze te raadplegen blijkt te hoog.
Aanbeveling: meer informatie, nog betere schuldhulpverlening. Zaken als beslagvrije voet en aflossingscapaciteit dienen bij cliënten met schulden bekende fenomenen te zijn.

6. Indien er door beslagname een verandering optreedt in de hoogte van het vakantiegeld, dit drie maanden vooraf dit te melden, met een vermelding waar en hoe cliënt bezwaar kan aantekenen.

7. Volgens de Participatieraad zou het nog veel beter zijn om het vakantiegeld volledig te vrijwaren voor beslag. Dit vergt een wijziging in de wet.
Aanbeveling: de gemeente zet druk op de regering in Den Haag en de vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken om de wet te wijzigen.