Advies Startnotitie Dakloosheid

Participatieraad 2020 – ADVIES STARTNOTITIE DAKLOOSHEID

Ongevraagd advies, februari 2021

Aanleiding voor dit advies

11 november 2020 vond op de Jodenbreestraat een overleg plaats tussen leden van de Participatieraad en twee ambtenaren van WPI en GGD. Onderwerp van gesprek was de Startnotitie Beleidsprogramma voorkomen en oplossen dakloosheid. De Participatieraad was hier met vijf personen aanwezig. De startnotitie moet leiden tot een Masterplan Dakloosheid. Deze moet begin 2021 door het College van B&W aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

Tijdens het gesprek op 11 november heeft de Participatieraad in overleg met de ambtenaren van de gemeente besloten een advies uit te brengen.

Visie van de Participatieraad

De Participatieraad is voor een inclusieve samenleving en sluit daklozen uitdrukkelijk in. Het niet hebben van onderdak hoeft niet te leiden tot een bestaan in de marge. Daklozen zijn in de ogen van de Participatieraad burgers van deze stad en hebben dezelfde rechten als woning hebbende personen.

Ook daklozen met een buitenlands paspoort, of zij nu onderdaan van de Europese Unie zijn of niet, alsmede Nederlanders zonder regiobinding, verdienen een respectabele behandeling.

ADVIES

1. De Participatieraad onderschrijft de doelstellingen van de Startnotitie. Voorkomen en oplossen van dakloosheid, het creëren van meer woningmogelijkheden, een passende ondersteuning en een goede borging bij uitstroom zijn doelstellingen waar de raad zich in kan vinden.

2. De Participatieraad deelt de zorgen van de gemeente over de groei van het aantal daklozen. Of daklozen nu zelfredzaam zijn of niet, dakloosheid is in vrijwel alle gevallen een onwenselijke situatie. Het aantal personen dat bewust kiest voor een dakloos bestaan, is zeer klein, zo verneemt de raad van organisaties als COMO, MDHG en Daklozenvakbond.

3. ‘Herstel begint met een huis’, zo is te lezen in de Startnotitie. Een huis kan wat de Participatieraad betreft ruim worden gezien. De raad denkt dat op een kleine oppervlakte een redelijk woongenot kan worden gecreëerd. De raad verwijst naar kunstenaars en architecten die woningen (met bed, keuken, douche/toilet en bergruimte) hebben ontworpen van slechts tien à twaalf vierkante meter. Dit zijn geen woningen waar iemand jaren kan verblijven, maar altijd beter dan een bestaan als dakloze en zeker geschikt als voorlopig verblijf.

4. Met de Startnotitie is de Participatieraad van mening dat zelfredzaamheid een slecht criterium is bij het verlenen van hulp. Ook zelfredzame daklozen hebben behoefte aan hulp, een woning en een briefadres.

5. De Participatieraad beseft dat niet iedereen die een woning en een uitkering wenst in Amsterdam, deze ook kan krijgen. De raad is zich bewust van de aantrekkende werking van de daklozenvoorzieningen in Amsterdam op mensen van buiten de stad, maar acht de situatie in de stad niet als zodanig dat daklozen van buiten Amsterdam ontmoedigd moeten worden. Amsterdam heeft sinds zijn bestaan een aantrekkende werking gehad en dat zal voorlopig ook zo blijven. In de stad bestaan vele private initiatieven voor daklozen, zoals 2e Mijl, badhuis Da Costa en het Stoelenproject. Dit private netwerk is in staat gebleken voor daklozen zonder regiobinding een passende opvang te regelen. Naar mening van de Participatieraad functioneert dit systeem goed en hoeft de overheid hier niet meer te doen dan hier en daar een kleine subsidie te geven.

6. De Participatieraad is tegen dijkverboden en tegen boetes voor buitenslapers. Zowel aan het proportionaliteitsbeginsel als het subsidiariteitsbeginsel wordt niet voldaan. Dergelijke sancties zorgen voor veel leed bij daklozen en brengen niet wat ze beogen. Vrijwel niemand slaapt voor zijn plezier op straat/ in een portiek/ in een park, etc. Volgens de Participatieraad is iedereen van de wereld en de wereld van iedereen. Ook ”doelloos rondhangen” is volgens de Participatieraad geen zonde. Dat moet in een vrije, democratische samenleving altijd kunnen.

7. Bij contacten tussen gemeentelijke instellingen en daklozen kan een ervaringsdeskundige of onafhankelijke cliëntondersteuner zeer nuttig zijn. De Participatieraad verwijst bij deze naar De Ondersteuners van Amsterdam en organisaties als Bureau Straatjurist en de Daklozenvakbond.

8. Bij een bezoek aan het Stoelenproject constateerde de Participatieraad dat het aantal overnachtingsplekken van 50 naar 25 is gereduceerd. Ook al is dit vanwege de coronapandemie, het betekent dat 25 personen een andere slaapplek moeten vinden. De Participatieraad vindt een opvang in tenten, zoals momenteel plaats vindt bij de Isolatorweg, in winterse perioden niet geschikt. De raad pleit voor een meer permanente opvang in gebouwen, met daarbij een zekere mate van privacy voor daklozen.

9. Leven op straat betekent leven in lawaai, luchtverontreiniging en onaangename weersomstandigheden. De Participatieraad merkt al sinds zijn bestaan dat daklozen behoefte hebben aan huiskamers waar zij zich thuis kunnen voelen onder gelijkgestemden. De bestaande ‘huiskamers’, zoals de inloophuizen en de wachtruimte van badhuis Da Costa, bieden slechts een verblijf van een of twee uur. Dat is te weinig, vindt de raad. Ook de bibliotheek voldoet niet, omdat daklozen zich hier niet thuis voelen en het gevoel hebben weggekeken te worden. De raad pleit daarom voor huiskamers waar daklozen minimaal drie uur kunnen verblijven. Een televisie zonder geluid, spellen en een goede leestafel zouden het verblijf kunnen veraangenamen. Leegstaande winkelpanden kunnen als dagopvang worden ingericht. Dit kan gemakkelijk en goedkoop.

10. Er wordt summier geïnformeerd over de start en het einde van de winterkoudeopvang. Daardoor moet de beheerder soms mensen wegsturen. De communicatie moet dus verbeterd worden, bijvoorbeeld door vlugschriften bij inloophuizen en het badhuis.

11. De Participatieraad merkt dat er grote behoefte is bij daklozen aan tandheelkundige zorg. De ACTA geeft een te grote drempel. De raad denkt meer aan mobiele tandzorg, verzorgd door tandartsen in opleiding en gepensioneerde tandartsen, op basis van vrijwilligheid.

12. De Participatieraad ziet in het woord ”dakloos” een term die stigmatiserend zou kunnen werken. Liever spreekt de raad van ”persoon zonder vaste woon- en verblijfplaats”.

13. De Participatieraad ziet graag dat elke Amsterdamse dakloze met regiobinding een postadres kan krijgen, waar hij ook op werkdagen terecht kan om deze post op te halen.

Vastgesteld door de plenaire vergadering van de Participatieraad Amsterdam op 10 februari 2021.