ANTWOORD WPI OP ONGEVRAAGD ADVIES ERVARINGSDESKUNDIGHEID

Reactie op advies Participatieraad

ONGEVRAAGD ADVIES BETREFFENDE ERVARINGSDESKUNDIGHEID

Aan Participatieraad Amsterdam Van Werk, Participatie en Inkomen, Beleid, Berend de Groote

Datum 10 juni 2021 Advies ontvangen op 13 april 2021

 

Geachte leden van de Participatieraad,

Hartelijk dank voor uw ongevraagde advies op ‘Ervaringsdeskundigheid’ dat wij op 13 april 2021 ontvingen. We waarderen het dat u de moeite heeft genomen dit advies op te stellen. Met deze brief willen wij hierop reageren.

Wij delen uw visie ten aanzien van de rol die ervaringsdeskundigen mogelijk kunnen vervullen in het verbeteren van het contact tussen burger en overheid. De directie is voornemens meer gebruik te maken van ervaringsdeskundigheid om de dienstverlening te verbeteren. Daarom wordt nu onderzocht hoe binnen WPI vijf (voormalig) bijstandsgerechtigden zich kunnen ontwikkelen tot ‘Ervaringsdeskundig medewerker WPI’. Dit ontwikkeltraject duurt twee jaar.

De directie ziet daarbij de ervaringsdeskundig medewerker WPI als een collega die een reguliere functie vervult, maar met een afwijkend takenpakket. Dit omdat hij of zij als ervaringsdeskundige over aanvullende competenties beschikt. Met deze competenties kan de ervaringsdeskundig medewerker WPI (onder andere) bijdragen aan een betere dienstverlening door WPI en aan een groter vertrouwen van burgers in WPI. Dit zou dan zowel kunnen in het contact met uitkeringsgerechtigden,als in de advisering en begeleiding van niet‐ervaringsdeskundige collega’s.

Op 21 april werd deze visie door Berend de Groote telefonisch toegelicht aan uw collega‐lid van de Participatieraad, de heer Brandwagt. In dit gesprek gaf de heer Brandwagt aan deze intentie van de WPI‐directie te beschouwen als een goede eerste stap.

Onderdeel van de onderzoeksopdracht is de uitwerking van een voorstel voor een persoonlijk 2‐jarig ontwikkeltraject voor vijf uitkeringsgerechtigden met relevante ervaringskennis tot ervaringsdeskundig medewerker WPI. Met in dit traject, naast het aanleren van de voor de functie benodigde vakvaardigheden (door WPI opleidingen), vooral aandacht voor de ontwikkeling van de kandidaat tot ervaringsdeskundige. Waarbij de kandidaat zijn of haar persoonlijke ervaringen(ervaringskennis)weet te ontwikkelen tot ervaringsdeskundigheid, om deze in de praktijk als competentie te kunnen benutten in de ondersteuning van anderen. Uiteraard met als doel dat de medewerker door deze extra competenties zal bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van dienstverlening. Terecht adviseert u hierbij ook aandacht voor de contactuele en taalvaardigheden van de kandidaat en benadrukt u het belang van jaarlijkse bijscholing.

Onderzocht zal worden wat er binnen de organisatie al aangeboden wordt, wat ervaringsdeskundigheid inhoudt en hoe ervaringsdeskundigheid bijdraagt aan een betere dienstverlening. De directie onderkent daarbij uw bemerking dat ervaringsdeskundigen een eigen specialisme of juist op meerder thema’s kennis kunnen hebben én dat deze kennis in de hele stad benut zou moet kunnen worden. In de uitwerking zullen wij hiervoor dan ook aandacht vragen. Dit geldt ook voor uw advies t.a.v. een vaste contactpersoon. Het belang hiervan voor juist deze nieuwe medewerkers onderschrijven wij.

In het programma ‘Van kandidaat naar collega’ zien wij aansluitingspunten t.a.v. uw advies over de aanstelling en gelijkwaardige salariëring. Wij hebben dan ook opdracht gegeven om de samenwerking te zoeken tussen het ontwikkeltraject ‘Ervaringsdeskundig medewerker WPI’ en het programma ‘Van kandidaat naar collega’. De eerste oriënterende gesprekken hierover hebben inmiddels plaatsgevonden.

Verder zullen wij verzoeken de Participatieraad in de uitwerking te betrekken. Het resultaat van de uitwerking zal de input vormen voor een nader gesprek met de WPI‐directie over verdere inbedding van ervaringsdeskundigheid en de mogelijkheid tot eventuele uitbreiding van in de (toekomstige) organisatie. We hopen uw raad hiermee goed te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet,

Judith Duveen, directeur Werk/ waarnemend directeur Participatie

Renger Visser, directeur Inkomen